/ Afwijking bestemmingsplan
(omgevingsplan)

Als u bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan (omgevingsplan), dan heeft u een omgevingsvergunning nodig voor afwijking daarvan. Ook heeft u een omgevingsvergunning nodig voor afwijking van het bestemmingsplan als het door u voorgenomen gebruik van uw bouwwerk of grond op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan.

Er zijn drie mogelijkheden om een omgevingsvergunning te verkrijgen voor afwijking van het bestemmingsplan. Met een eenvoudige en snelle procedure (8 weken + 6 weken) kunt u een omgevingsvergunning verkrijgen op grond van een binnenplanse vrijstelling in het bestemmingsplan zelf of op grond van de kruimellijst. U bent dan ook niet verplicht om een zware ruimtelijke onderbouwing bij de vergunningaanvraag in te dienen.

De belangrijkste mogelijkheden om op een eenvoudige manier snel een omgevingsvergunning te verkrijgen, staan in de kruimellijst in artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht. Met onderdeel 1 van artikel 4 kunnen hele verdiepingen op een bouwwerk worden gerealiseerd. Met onderdeel 9 kan het gebruik worden gewijzigd. Als de gemeente alleen tijdelijk wil meewerken aan afwijking van het bestemmingsplan, dan kan zij met onderdeel 11 voor tien jaar een tijdelijke omgevingsvergunning verlenen. 

Als u twijfelt of het gebruik in strijd is met het bestemmingsplan, kunt u een onverplichte vergunningaanvraag indienen. Onverplicht klinkt natuurlijk vreemd, maar dit is een slimme keuze. Dit werkt als volgt. U geeft in de vergunningaanvraag aan welk gebruik u voor ogen heeft en dat dit gebruik volgens u niet in strijd is met het bestemmingsplan. U vraagt de gemeente de omgevingsvergunning te weigeren omdat er geen strijd is met het bestemmingsplan (vandaar onverplicht). Zekerheidshalve heeft u echter de aanvraag ingediend om vooraf zekerheid te verkrijgen. Als de gemeente vervolgens de omgevingsvergunning weigert, omdat er geen strijd is met het bestemmingsplan en het gebruik is toegestaan, dan wordt die weigering in het Gemeenteblad gepubliceerd. Als niemand binnen zes weken daartegen bezwaar maakt, dan staat in rechte vast dat het gebruik is toegestaan. Zelfs de gemeente mag dan later niet handhaven, ook niet op grond van handhavingsverzoeken van omwonenden. Als u geen onverplichte vergunningaanvraag had gedaan, maar slechts had gevraagd aan de gemeente of het gebruik is toegestaan, dan zou u niet een dergelijke harde zekerheid hebben. Dan heeft u slechts vertrouwen dat de gemeente niet handhaaft. De gemeente mag dat vertrouwen onder omstandigheden helaas schenden.