/ Vergunningvrij bouwen

Zowel onder de Wabo als onder de Omgevingswet is de regelgeving voor vergunningvrij bouwen ingewikkeld. Daarnaast maakt vergunningvrij zijn niet direct dat er geen regels zijn die de gemeente kan handhaven.

Onder de Wabo zijn er twee lijsten van vergunningvrij bouwen. In artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn bouwwerken weergegeven waarvoor geen omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (artikel 2.1 lid 1, aanhef en onder a, Wabo) en geen omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan (artikel 2.1 lid 1, aanhef en onder c, Wabo) zijn vereist. Het bouwwerk hoeft dus niet aan het bestemmingsplan te voldoen. Let wel, de omvang van het (achter)erf wordt via de bestemming nog steeds in het bestemmingsplan bepaald. Als een bouwwerk valt onder artikel 3 bijlage II Bor, dan is alleen geen omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit vereist. Als het bouwwerk in strijd is met het bestemmingsplan, dan is nog steeds een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan vereist.

Vergunningvrij bouwen is onder de Omgevingswet nog ingewikkelder. Er zijn maar liefst vijf lijsten die een initiatiefnemer in beginsel moet bekijken om te bepalen of zijn bouwplan vergunningvrij is. Dit komt mede vanwege de knip van de omgevingsvergunning voor bouwen in: i. een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit en een omgevingsvergunning voor een (technische) bouwactiviteit. Er is in beginsel alleen een omgevingsvergunning voor (technische) bouwactiviteit vereist als het bouwplan is opgenomen in één van twee lijsten bouwtechnisch vergunningplichtige bouwwerken. Een bouwwerk uit gevolgklasse 1 onder het stelsel van kwaliteitsborging is bouwtechnisch vergunningvrij. Dit bouwwerk moet echter nog steeds voldoen aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (de opvolger van het Bouwbesluit 2012).